Een
muuranker
moet goed grip hebben op het metselwerk.
Zou het als een liggende streep uitgevoerd worden,
dan zou het al snel door de
lintvoeg
heen getrokken worden.
Daarom wordt zo'n staafanker altijd vertikaal toegepast:
het anker omvat dan vele lagen steen.
De muur zou toch nog kunnen scheuren op deze lijn. Hoe groter het oppervlak van het anker,
hoe veiliger de constructie.
Daarom is het
sieranker
ontwikkeld, de fraaie vorm was daarbij een welkom pluspunt.
Een simpele vorm van het anker, dat toch ook heel effectief is, is het
X-anker:
twee staven komen bijeen in het
oog
en buigen daarboven en daaronder uiteen.
Het
Y-anker is het compromis tussen het staafanker en het X-anker:
alleen boven het oog buigen twee staven uiteen.
Daarbij krullen de einden soms wat meer dan men van de letter Y gewend is.
Tekst: Jean Penders (05-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders