Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Winkelpui

Een winkel herkennen we vooral aan zijn etalage, het grote venster waarin alles als een 3D-reclame uitgestald ligt. Maar de winkel kan niet draaien zonder ingang, en meestal zit die naast de etalage, of tussen twee etalages. Het geheel is de winkelpui: de pui van de winkel.
Uit de middeleeuwen zijn winkels bekend met een ingang en ernaast een venster, vaak onder een spitsboog, waarvan de opening afgesloten werd door twee luiken. Eén luik draaide omhoog en diende als luifel. Het onderste deel klapte ook naar buiten, maar omlaag, en diende voor een beperkte uitstalling van waren en tevens als toonbank. Dat lijkt een onhandige combinatie, maar ook vandaag kun je - vooral in zuidelijke landen - bij een straatkiosk tussen alle uitgestalde aanbiedingen haast geen gaatje vinden om af te rekenen.
Winkels en reclame zijn onafscheidelijk. Het uithangbord of de lichtreclame doen een deel van het werk, maar een aantrekkelijke winkelpui doet meer. Daarom wordt aan dit element veel zorg en geld besteed. Wanneer je de bouwtekeningen bekijkt van een bepaald jaar rond 1900 dan valt op dat in het centrum een heel groot deel het veranderen van de winkelpui betreft.
Een winkel wordt niet altijd gedomineerd door een etalage. Nu nog kun je in afgelegen dorpen weleens de winkel niet vinden, waar je heen gestuurd bent. Die heeft dan geen winkelpui, maar ziet er uit als een woonhuis. Een gewone ingang en een gewoon venster, waarachter dan meestal dan wel wat te zien is. Je komt binnen en de voorkamer is de winkel. Uit het achterhuis komt dan heel rustig iemand tevoorschijn, die je graag helpt. Je gaat er graag heen voor de gezelligheid, niet voor de aanbiedingen.
Waren rond 1900 al die verbouwingen van 'raam naast deur' naar 'winkelpui' in de grote steden de voorbode van de sublieme winkelpuien van onze supermarkten?

Tekst: Jean Penders (10-2012). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders