Hoe
ventileer
je, zonder last te krijgen van tocht of een koude valwind?
De mens heeft daarvoor in de loop der tijden heel wat oplossingen bedacht.
Geen enkele bleek afdoende. De meest geavanceerde poging is de
air-conditioning,
en volgens vele ook de slechtste. Het begon met een
luik,
een draailuik, later een
draairaam,
dat je open kon zetten: van lang geleden tot nu de bekendste oplossing.
Op een kier of wijd open, het kan allemaal.
Maar met de intrede van het
schuifraam
veranderde dat flink.
Je schoof het
onderraam
flink open of zette het op een kiertje. Maar menigeen wilde
frisse lucht bovenin de kamer hebben. Daarvoor werd het
zakraam
uitgevonden. Maar dat zou weer wat in kunnen regenen.
Vooruit: het
klepraam
kun je naar buiten toe openzetten met weinig kans op inregenen.
Deze oplossing is nog veel te vinden. De tegenhanger, die vaak ouder is,
is het raam dat naar binnen openklapt: het
valraam. Om de regen geen kans te geven moet het
klepraam de scharnieren aan de bovenzijde hebben en het valraam aan de onderzijde.
Daardoor kan het valraam open vallen, terwijl je het klepraam open moet je duwen.
Het grootste bezwaar tegen het valraam is de koude tocht, die langs het openstaande raam valt.
Daarvoor werd menig valraam voorzien van
tochtwangen.
Tekst: Jean Penders (12-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders