Een
ladder
of een
steektrap
die in de kamer staat, dat is een oude manier om hogerop te komen.
De
spiltrap
is vaak ingebouwd in een 'koker' en vormt daarmee al een beetje een aparte ruimte.
De
traptoren
is echt een verhaal apart: hij staat vaak zelfs buiten, tegen het gebouw aan.
Wanneer de trappen binnen het gebouw een eigen ruimte krijgen, noemen we dat
vertrek
het trappenhuis.
Het is dus beslist geen apart huis, maar
barokke
paleizen hebben vaak
trappenhuizen die groter zijn dan het
huis
van de gewone man.
In een trappenhuis komen allerlei vormen van trappen voor.
Meestal hebben de trappen een
bordes
tussen de
bouwlagen
in. Bij een
keizerstrap
voert in het midden één vlucht omhoog tot een bordes,
waarna twee vluchten de keuze tussen rechts en links bieden. Een enkele keer bevat een
trappenhuis gescheiden trappen voor stijgend en dalend verkeer.
Tekst: Jean Penders, 12-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders