Tarwe is de bekendste
graansoort,
het beste
brood
wordt ervan gemaakt. Het wordt daartoe gemalen, vroeger in een
korenmolen.
Het meel wordt, met onder meer gist, tot deeg gekneed en in een
oven
gebakken. Tarwebrood kan wit of bruin zijn, afhankelijk van wat er van de graankorrels gebruikt wordt.
Tarwe is een grassoort, evenals bijvoorbeeld
rogge,
dat ook veel voor
brood gebruikt wordt. Tarwe heeft dikkere, stevigere aren dan rogge en mist de
lange 'haren' die de laatste kenmerken. Helaas is een
akker vol tarwe, liefst met korenbloemen en klaprozen,
in onze streken een zeldzaam verschijnsel aan het worden.
Voor de
landbouwer
brengt mais meer op.
Omdat brood in onze cultuur al duizenden jaren zo belangrijk is,
komt tarwe vaak voor in de
beeldende kunst.
Meestal als symbool voor voorspoed en vruchtbaarheid.
Dat neemt niet weg dat armen in vroeger tijden alleen van tarwebrood konden dromen.
Het (Zweedse) wittebrood dat aan het einde van de
Tweede Wereldoorlog
door de bevrijders gedropt werd, is menigeen nooit vergeten.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders