Het gesmede
muuranker,
dat zijn rijkste vormen in de
16e
en
17e eeuw
kreeg, verdween in de
18e eeuw
van de gevel.
Onzichtbaar werden nog wel blindankers toegepast. De 19e-eeuwse
neorenaissance
en
neogotiek
wilden hun gevels wel weer ouderwets versieren. De
sierankers
waren
inmiddels betaalbaar geworden door
de opkomst van het
gietijzer.
Maar bewerkelijk was het plaatsen van de ankers nog steeds.
Dat werd pas anders toen het anker niet meer met zijn
schieter
door het
oog
van de
veer
gestoken werd. Dat kon door de veer van
schroefdraad
te voorzien en het
anker van een gat. Een
moer
erop en het anker zat vast.
Niet alle vormen van sierankers
lenen zich hier even goed voor. In feite heeft het beste schroefanker de vorm van een wat
langgerekte plaat, maar rond mag ook. Het
rozetanker
is daarom de meest voorkomende
vorm van het schroefanker.
Tekst: Jean Penders (10-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders