De bewaarplaats van de geconsacreerde
hostie
moet menig priester
hoofdbrekens hebben bezorgd. Het 'lichaam van de Heer' verdiende een voorname,
maar vooral een veilige plaats. Zeker omdat de hostie door gelovigen
nogal eens werd verdonkeremaand.
Dat kwam doordat men aan de geconsacreerde hostie een wonderdadige kracht toekende.
Voor de hostie als de
'
heilige reserve',
zijn in de kerk zijn verschillende typen bewaarplaatsen te vinden:
ze werd soms in een doosje, de
pyxis,
bewaard. Maar we kennen ook de muurnis, het
tabernakel,
en het
sacramentshuisje.
Dit laatste is een min of meer zelfstandig bouwsel in het
koor,
dat met een
traliedeurtje kan worden afgesloten. Het is ontstaan uit de veel eenvoudigere
sacramentsnis.
Het sacramentshuisje valt erg op in het
kerkinterieur.
Door de rijke afwerking en doordat het soms half vrijstaat trekt het de
aandacht van de gelovigen.
Daarbij helpt ook de eeuwig brandende
godslamp,
die als eerbetoon in de nabijheid ervan hangt.
In de late middeleeuwen wordt de vormgeving steeds rijker.
Staat het sacramentshuisje helemaal vrij als een miniatuurtoren, dan heet het
'
sacramentstoren'.
Tekst: Ada van Deijk, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders