Een man die tot ridder is geslagen, is geridderd en hoort daardoor tot de
ridderstand. Het gaat om een symbolische slag met het ontblote
zwaard.
Dat wordt hierbij plat gehanteerd om te voorkomen dat de ridder
maar één arm overhoudt. En dat zou niet handig zijn,
want de heer, waaraan de verse ridder zich bij de ridderslag onderwerpt
en trouw belooft, heeft behoefte aan een ferme strijder in zijn leger.
De ridders nemen in dat leger een belangrijke positie in. Zij rijden
te
paard
en dragen een
harnas
over een
maliënkolder,
hanteren
lans,
zwaard en
schild.
Een ridder wordt meestal als
ruiter
in volle wapenrusting afgebeeld.
Maar niet iedere krijgsman
te paard is een ridder: de gewone ruiters van de cavalerie niet.
Na de middeleeuwen kreeg het begrip ridder steeds meer een symbolische betekenis:
de ridder behoort wel tot de adel, maar tot de lagere adel.
De diverse
ridderorden
begonnen als een verband van ferm strijdende ridders
maar zijn nu organisaties waarvan geen enkele militaire dreiging uitgaat.
Tekst: Jean Penders (11-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders