De punteermachine, ook wel puncteermachine genoemd, is zo'n eenvoudig hulpmiddel,
dat de naam 'machine' verbaast.
Het eerste deel van het woord is beter te begrijpen.
Met het apparaat worden punten overgezet van een driedimensionaal voorbeeld naar het blok
natuursteen
waaruit de vorm van het nieuwe
beeld
'bevrijd' moet worden,
door alles weg te hakken dat teveel is.
Het model is van klei of gips, òf het is een oud beeld waaraan ontbrekende delen
in gips zijn toegevoegd. De
beeldhouwer
maakt op het oude en nieuwe werkstuk een aantal
corresponderende stelpunten, waarop de punteermachine vastgezet kan worden. Deze bestaat
uit een aantal verstelbare stangen, waarvan de belangrijkste lijkt op de punt van een
passer.
Hier gaat het om: de plek waar deze punt op het voorbeeld rust, kan afgepast worden op het
nieuwe blok, door daar zoveel weg te hakken dat de punt past. De vorm van een
driedimensionaal voorwerp is de optelsom van een oneindig aantal punten, die zo
één voor één overgebracht kunnen worden.
Een geoefende beeldhouwer kan met zijn 'timmermansoog' het begrip oneindig flink inperken.
Door op een handige manier twee van dergelijke punteermachines aan elkaar te verbinden,
kun je de beweging van de ene overbrengen op de andere. Dat scheelt een heleboel gesleep.
Wanneer de verbindingsarm bij een vast punt verstelbaar is, kan de uitslag van het 'volgende deel'
de beweging van het 'gidsende deel' vergroten of verkleinen. Zo kan met een klein model
een groot beeld uitgepast worden. Bij
Cuypers
kon je zo van een beeld een exemplaar bestellen
in elke gewenste grootte, daar hoorde een prijslijst bij, die ook met
een dergelijke machine geschreven leek.
Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders