Omdat het steeds weer zoeken van een rustig plekje achter de bosjes niet handig is,
heeft de mens de poepdoos bedacht. Dit
toilet
is eigenlijk alleen maar een kuil in de
grond met een simpele beschutting erboven. De 'doos' is het bankje, waarop je kunt zitten.
Er zit gelukkig geen bodem in, zodat de kuil gevuld kan worden. In de zitplank zit een rond gat,
tegen de stank af te sluiten met een deksel.
In tal van streken wordt de poepdoos nog veel gebruikt.
De
middeleeuwse plee
was bij luxere gebouwen een
stenen variant, meestal aangesloten op een
beerput.
Wanneer deze poepgelegenheid als
hangplee
boven een waterloop uit was gebouwd,
was de spoeling geregeld.
De Romeinen,
die omwille van de efficiëncy en de gezeligheid soms een reeks plees
in een lange bank naast elkaar bouwden, konden dankzij hun knappe
waterleiding
de afvoer haast het zo modern regelen als wij met ons watercloset.
De geschiedenis van de mensheid volgt geen rechte lijn. Tot in het midden van
de 19e eeuw moesten hele
hofjes
met
arbeiderswoningen één of twee poepdozen (zonder spoeling dus) delen.
Tekst: Jean Penders (06-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Evert van Veldhuizen