Wanneer langs de
plint
van een muur een bank loopt, binnen of buiten,
noemen we die een plintbank. Meestal is deze van steen en dan gaat het om
een heel praktische 'bezitbare uitmetseling'. In zuidelijke landen is het
daarop goed toeven, zo in de koelte van de avond
met je rug tegen het stadhuis, kijkend naar het geflaneer op de piazza.
Omdat de middeleeuwse kerk meestal geen
banken
had voor de gelovigen, was een plintbank langs de zijmuren heel welkom.
Die was er niet altijd, hoewel de plechtigheden toch lang konden duren.
Dan had de geestelijkheid het voor zichzelf wel beter geregeld:
die zat in
sedilia
en
koorbanken.
De voorloper van deze laatste twee waren de
bisschopszetel
en de
subsedilia
in de
vroeg-christelijke basiliek.
De subsedilia hadden
de vorm van een plintbank, die de halfronde wand van de
absis
volgde.
De plintbank voor het gewone volk in de
zijbeuk
van de laat-middeleeuwzse kerk was dus toch van
eerbiedwaardige komaf.
Tekst: Jean Penders (04-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders