Het gat waarin de pen van een
pen-en-gatverbinding
past, is het pengat.
Pen en gat worden meestal met
toognagels
verbonden, de
toognagelgaten
zijn aan de binnenkant aan weerszijden in het pengat te zien.
Steekt een balk met zijn pen schuin in het pengat, zoals bijvoorbeeld bij een
korbeel,
dan zal één
van de korte zijden schuin gehakt zijn. Aan de tegenoverliggende
zijde heeft de balk dan meestal een
borst.
Soms is aan beide uiteinden van het pengat een borst te vinden.
In bijzondere situaties steekt de balk in de andere richting schuin
in het dan ook op die manier schuin geplaatste gat.
Dat is bijvoorbeeld zo bij de stijlen van een achtkante
molenromp.
Hierop sluiten de regels niet onder een rechte hoek aan. Kortom: wanneer een
balk secundair gebruikt is, kunnen de
pengaten heel wat onthullen over de oorspronkelijke functie.
Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders