Klik hier voor grote foto (met gegevens)
Panlat

Alleen op héél flauw hellende daken blijft de dakbedekking min of meer vanzelf liggen. Om het afglijden te voorkomen kun je de dakpannen niet, zoals leien, gewoonweg vastspijkeren. Omdat dakpannen een neusje aan de achterkant hebben, kunnen ze daarmee aan latjes opgehangen worden: de panlatten. Deze latten worden tegenwoordig vastgespijkerd op dakbeschot (al dan niet met isolatie). Vroeger rustten de panlatten op de sporen.
Hetzelfde principe werd al voor daktegels gebruikt.
Deze lichte en luchtige constructie heeft voor- en nadelen. Een goede ventilatie van de zolder is prima voor het droog houden van de kap, maar wordt als tocht ervaren door wie op zolder moet slapen. En ontbreekt er een dakpan, dan is er meteen een lekkage. Daarom worden daken tegenwoordige beschoten en geïsoleerd, maar aan de mosvorming is te zien dat het de levensduur van de dakpannen niet ten goede komt.






Tekst: Jean Penders (04-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders