Van de
beweegbare bruggen
is de ophaalbrug de bekendste
en voor toeristen de meest fotogeniekste.
Oorspronkelijk waren ze van hout, sinds de 19e eeuw zijn ophaalbruggen
meestal van
staal.
Bij dit type brug scharniert het wegdek (ook 'klap' genoemd) aan één kant.
De andere kant wordt omhoog getrokken door kettingen die aan balken (de sprieten)
van een karakteristieke constructie hangen: de
balans.
Deze laatste ligt, draaibaar, op een soort poort, de
hamei.
Aan het andere uiteinde wordt de balans van een contragewicht voorzien,
zodat de brugwachter met weinig moeite het hele gewicht van de val omhoog kan trekken.
Een eenvoudige variant, de valbrug, staat niet op zichzelf, maar hangt aan bijvoorbeeld een
stadspoort.
Hierbij worden de kettingen vaak rechtstreeks naar binnen getrokken.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Ton van Rooijen