Op de muraalboog, ook schildboog genoemd, rust het
kwartier overdwars
van een
kruisgewelf.
Wanneer de onderliggende
vensters
klein zijn en de
afzettende dagkanten
weinig geprofileerd, is de muraalboog goed te herkennen als behorend bij het gewelf.
In de loop van de middeleeuwen worden de vensters groter, de dagkanten rijker geprofileerd en lijken
de muraalbogen onherkenbaar op te gaan in de vele
profielen.
Bij een
basilikale kerk
geldt dit niet alleen voor de kruisgewelven van de
middenbeuk,
ook in de
zijbeuken
wordt het moeilijker de muraalbogen te herkennen. Vooral de muraalboog boven de
scheiboog
versmelt al snel met de profilering daarvan.
De muraalboog heeft geen sluitsteen nodig. Maar in de rijkere gewelven dan de late gotiek komt er regelmatig een
kruinrib
op uit. Dat gaat niet zomaar, daar zorgt een mooie versiering voor een harmonieuze aansluiting: een
sluitsteen,
die je in dit geval misschien ook wel als een speciale
knoopsteen
kan zien.
De term muraalboog oftewel schildboog wordt ook wel gebruikt voor uitspringende
ontlastingsbogen
of voor bogen die anderszins het gewicht van een
uitkragende
muur erboven dragen.
Tekst: Jean Penders (02-2017). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders