Bij een moer denken we aan een meestal metalen plaatje,
vierkant of zeshoekig, met een gat waarin
schroefdraad
is gefreesd.
Zij is de bijna vaste gezel van de
(schroef)bout.
Het koppel moet bij elkaar passende schroefdraad hebben voor een goede relatie.
De uitdrukking 'spreek je moerstaal' slaat overigens niet op deze bout,
maar op 'moer' als oude afkorting voor 'moeder'.
Die betekenis zien we onder meer in
'
moerbalk'.
Sommige bouten kunnen met een
schroevendraaier
vastgedraaid worden,
bij een moer kan dat nooit. Daarvoor is altijd een steek- ring- of
Engelse sleutel
nodig. In noodgevallen helpt alleen nog een griptang,
bijvoorbeeld wanneer de moer rond is geworden door het gebruik van
een te ruime sleutel of een wegglippende
waterpomptang.
Uit de moer steekt meestal een stukje van de bout.
Afknippen met een
nijptang
beschadigt de schroefdraad,
en daarmee vervalt een voordeel van de moer: je kunt hem normaliter steeds weer losdraaien.
Moet het echt mooi, dan kun je een bolle moer gebruiken waarin het
overtollige stukje bout past.
Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders