Een martelaar of martelares is iemand die voor zijn geloof sterft. In tegenstelling
tot soortgelijke termen, zoals 'tovenaar', gaat het niet om iemand die martelt, maar om degene
die gemarteld is, tot de dood erop volgde. De
Romeinen
vreesden de sociale gevolgen van het opkomende (toen nog)
vreedzame christendom en dwongen velen Christus af te zweren. De helden bleven tot het bittere einde
bij hun 'getuigenis' van het geloof, in het Grieks hun 'martyrion'. De straffen waren meedogenloos,
velen werden gekruisigd of in het
Colosseum
voor de leeuwen geworpen.
In het vroege christendom waren de vele
martelaren voor de gelovigen het lichtende voorbeeld, wanneer er weer eens een
christenvervolging uitbrak. De eerste heiligen in de jonge Kerk waren dan ook vooral martelaren,
de gestenigde Stefanus was de eerste.
Toen een andere religie het inmiddels gevestigde Christendom begon te bedreigen
(en/of de handelsbelangen van het Westen schaadde), riep de
paus op tot een Heilige Oorlog, de eerste
kruistocht.
Dit leidde tot een wrede aanval op de Islam en het kwam daarna nooit meer goed tussen beide religies.
Het principe van de Heilige Oorlog werd door de tegenstanders overgenomen en sindsdien kent ook de Islam martelaren.
Tegenwoordig wordt het woord martelaar veel ruimer opgevat. Wie geen tegenspraak duldt, ziet zichzelf al snel als martelaar.
Tekst: Jean Penders (11-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders