Een gebouw staat op de grond. Loop je er omheen, dan loop je op het maaiveld.
Je beleeft het gebouw vanaf die hoogte: de kale grond na het maaien van alle onkruid.
Om de hoogte heel precies vast te stellen, bijvoorbeeld de
goothoogte
of de
nokhoogte,
kun je het maaiveld alleen als uitgangspunt nemen wanneer het geouw op een volledig vlak
terrein staat. Omdat dit meestal niet het geval is, is afgesproken dat we meten
vanaf het
peil:
de hoogte van het maaiveld bij de hoofdingang.
Het maaiveld van een
dijkhuis
scheelt aan de voor- en achterkant wel een heel
niveau.
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders