Leemsteen lijkt op de
baksteen,
maar heeft niet de hardheid ervan. Hij is
namelijk niet gebakken, maar in de zon gedroogd, daarom wordt hij ook wel 'zonsteen'
genoemd. Hij kan vergeleken worden met de
groenling:
de baksteen voordat hij
baksteen wordt door het bakken. Maar er zijn verschillen. De leemsteen krijgt geen
sterkte door het bakken en moet het hebben van zijn samenstelling.
Klei
spoelt
gemakkelijk weg in de regen en daarom worden er, vóórdat de leemsteen te drogen gelegd wordt,
wat bindende middelen door de klei gemengd, zoals
stro.
Leemsteen is goedkoop omdat iedereen klei in een vormbak kan drukken
en op z'n kant te drogen zetten. Er is geen oven en geen brandstof nodig.
Voor de fabricage van leemsteen is veel zon nodig, je vindt deze steen dan ook vooral
in warme landen. In verband met de mindere kwaliteit zijn het vooral eenvoudige gebouwen,
waarin leemsteen te vinden is. Maar vergis je niet: na een aardbeving kon je in de
hoofdstraat van bekende Griekse dorpen opeens zien dat tal van wit gepleisterde
huizen van leemsteen opgetrokken waren. Pleister beschermt niet alleen, hij
camoufleert ook het bouwmateriaal.
Dat doet denken aan de Noord-Europese
vakwerkbouw,
die vaak door
pleister
op steenbouw lijkt. Ook bij binnenmuren komt in het noorden leemsteen voor,
soms werd die zelfs fabrieksmatig geproduceerd.
De leemstenen worden 'gemetseld' met leem. Wanneer een dergelijke muur verweert,
hou je op den duur een vormeloze klomp leem over.
Tekst: Jean Penders (05-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders