'Lauze' (of 'lause') is het Franse woord voor een platte  
        
breuksteen, 
        zoals die in bergachtige streken gebruikt wordt, onder meer als 
        
dakbedekking. 
        Meestal wordt deze 
        verkregen door het splijten van een gelaagd stuk natuursteen. Je zou kunnen zeggen 
        dat het de meest ruwe vorm is van 
        
natuurstenen dakbedekking, 
        de 
lei 
        is dan de meest verfijnde. 
        Door de manier waarop de lauzes gemaakt worden is zowel de onregelmatigheid als de dikte 
        kenmerkend. Het gevolg is dat deze stenen niet, zoals leien, strak tegen het dak gespijkerd 
        kunnen worden. In de meest simpele vorm wordt deze dakbedekking bijna horizontaal gestapeld.
        Een dak dat gedekt is met 10 tot 15 cm dikke lauzes, belast de kapconstructie heel zwaar. 
        Die kap is vaak simpel, maar altijd héél degelijk.       
        
Bij het lauze-dak bedekt iedere lauze een deel van de onderliggende. 
        Dat is nog sterker het geval bij een 
        
pseudogewelf. 
        Daar steken de stenen steeds wat verder naar binnen, totdat ze elkaar 
        bovenaan ontmoeten en steunen. 
        In de Vaucluse (F) zijn op die manier bewoonbare huisjes gebouwd van lauzes: 
        de 
bories.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (10-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders