Een kruiskerk heeft een plattegrond in de vorm van een
kruis.
Je moet dan wel door je oogharen kijken en bijvoorbeeld de
straalkapellen
wegdenken.
Met 'kruis' wordt het 'gewone kruis' bedoeld, waarvan het onderste
deel langer is dan de rest. Wanneer de armen allemaal even lang zijn (een
Grieks kruis),
spreken we van
centraalbouw.
De kruiskerk heeft een lang
schip,
een meestal korter
koor
en - essentieel - een
transept
met twee
transeptarmen.
Zonder dit dwarsschip is de hoofdvorm geen kruis meer. Het hart is de
viering,
soms benadrukt door een hoge
vieringtoren.
Tekst: Jean Penders (03-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders