Een kruisgraatgewelf is een
graatgewelf
dat op een vierkant of rechthoekig grondplan geslagen is.
Vanuit iedere hoek vertrekt een graat, dat levert samen twee elkaar kruisende graten op, vandaar de naam.
De simpele vorm van dit
gewelf
kun je ook zien als twee
tongewelven
die elkaar doorsnijden.
Vooral de
Romeinse,
romaanse
en
renaissance-architectuur
maken veel gebruik van het graatgewelf.
In
kelders
blijft het ook na die tijd heel gebruikelijk. Weliswaar is een
tongewelf veel sterker, het kruisgraatgewelf biedt langs de
wanden stapelruimte tot aan de kruin. In de vroege voorbeelden worden de vakken gescheiden door
gordelbogen,
later sluiten de vakken naadloos op elkaar aan.
Het kruisgraatgewelf is
de voorloper van het
kruisribgewelf.
Daarbij worden de graten ondersteund door
gewelfribben,
die in de loop van de
gotiek
steeds meer het gewicht van de
gewelfkappen
opvangen, zodat deze zeer licht uitgevoerd kunnen worden.
Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders