De
ingang
van een
kerk
noemen we pas een
portaal,
wanneer deze iets bijzonders heeft,
meer is dan een
deuropening
in de muur. En dat is altijd zo bij de ingang in de
frontgevel.
Deze gevel, de belangrijkste, is meestal de westgevel.
Vaak heeft deze zelfs drie portalen naast elkaar (in
Bourges
maar liefst vijf).
De zich naar buiten toe verwijdende zijkanten van het portaal zijn de
wangen,
vaak verrijkt met
schalken
en
portaalbeelden.
De kerkdeur kan aan de bovenzijde halfrond zijn, vaak echter ligt boven de ingang een
latei.
Deze kan in het midden gestut worden door een fraaie stijl, de
trumeau.
Is het portaal rondbogig of spitsbogig dan is het boogveld gevuld met een
timpaan.
Hieromheen lopen de
archivolten,
die door hun profiel als het ware de
wangen
verbinden.
Een gotisch portaal wordt aan de bovenzijde vaak benadrukt door een
wimberg.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders