Een
venster dat licht en lucht toelaat in de
kelder heet kelderlicht. Alleen wanneer de kelder niet helemaal onder het maaiveld ligt, kan volstaan worden met een venster in de
gevel. Ligt de kelder dieper, dan moet het licht vóór de gevel via een gemetselde koekoek naar binnen kunnen. Soms ook lijkt er toch een gewoon venster aangebracht te zijn, maar dan is binnen, direct achter de voorgevel, een omtimmerde of gemetselde schacht naar beneden aangebracht. Tegen inbraak is een kelderlicht vaak voorzien van
diefijzers. Buitenlicht kan in een kelder eventueel gemist worden, maar ontluchting blijft van groot belang. Daarom ziet men ook wel een stevig
luik met gaten erin
Tekst: Jean Penders (02-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders