Een heuvel kun geen steile helling geven, want dan zakt de aarde weg.
Wanneer je een stevige muur langs de helling bouwt, kan deze de druk opvangen
en zo krijgt de verhoging toch een steile kant. Dat is vaak van belang, bijvoorbeeld
wanneer de heuvel verdedigbaar moet zijn. Een
bastion
bevat veel aarde, deze is
ingepakt in keermuren. De afrit naar een diepgelegen
tunnel
ligt meestal tussen keermuren.
Kortom, wanneer de natuurlijke helling ongewenst is of wanneer er geen plaats voor is bouwt men keermuren.
Deze moeten een grote druk kunnen weerstaan. Niet alleen van het pakket grond, ook het gewicht van
wat er bovenop gebouwd wordt. Het gewicht is groter wanneer de aarde nat is, de
meeste verzakkingen komen dan ook voor na hevige regenval.
Voor de stevigheid is de onderzijde meestal dikker en helt de muur naar achter: hij
'
sleept'.
In de loop der eeuwen zijn veel keermuren versterkt door er steeds meer en dikkere
steunberen
tegenaan te bouwen.
Tekst: Jean Penders (01-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Evert van Veldhuizen