Tegels
zijn meestal vlak. Bij
vloertegels
is dat wel zo praktisch, maar ook wandtegels tonen zelden reliëf.
Het zou ook als snel een drukke bedoening worden in de keuken, badkamer of
WC.
Sinds het begin van de 20e eeuw zien we wel regelmatig gewone
reliëftegels,
die hebben
licht verhoogde randen om patronen heen. De genoemde bewaren gelden dan niet, want alleen de
omtrek van afbeeldingen steekt ietsje uit.
Bij wat monumentalere architectuur is de behoefte aan
kunstzinnige versiering groter dan in de doorsneewoning.
Niet alleen
bouwsculptuur
voldoet aan die behoefte, ook met diverse soorten
bouwceramiek
kunnen accenten in de architectuur gelegd worden.
De reliëftegel is een bescheiden variant hiervan, in feite een klein stuk bouwceramiek.
Daarom worden deze tegels, al dan niet met variaties, meestal
in hele reeksen aangebracht. Goede voorbeelden zien we in de openbare gebouwen van de
wederopbouw-architectuur.
De traditie is al veel ouder: de
Hanzegotiek
wordt er welhaast door gekenmerkt. Soms zien
heiligen
in eindeloze rijen op ons neer.
Bakstenen met ingebakken ornament
grenzen aan de hoogreliëftegels.
De grens met de het
ceramisch reliëf
is duidelijker: één
reliëf
is dan
opgebouwd uit meerdere gebakken elementen.
Tekst: Jean Penders (03-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders