Een
rondboog
sluit meestal met zijn uiteinden recht aan op de
dagkanten
van de
muuropening.
Hoogstens wordt het beeld bij de
geboorte van de boog
verlevendigd door een
impost.
Onder
invloed
van de
islamitische kunst
werd al in de
romaanse kunst
de boog soms wat breder dan de opening eronder,
waardoor het cirkelsegment daar weer wat naar binnen buigt en daardoor op een
hoefijzer
lijkt.
Dit verschijnsel was eeuwenlang bijna alleen in Spanje en aangrenzende gebieden te zien.
Totdat de
Jugendstil
rond 1900 deze sierlijke vorm herondekte en veelvuldig toepaste.
Wanneer de muuropening even breed is als het breedste deel van de hoefijzerboog,
steekt de boogaanzet naar binnen.
Dit lijkt op een impost, maar dan ondersteboven.
Soms is de hoefijzerboog toegepast als een sierelement zonder functionele betekenis.
Dit is onder meer het geval wanneer een hoefijzervormige
omlijsting
ruim rond een
rondboogvenster
getrokken is.
In de romaanse architectuur werd een hoefijzerboog een enkele keer
drielobbig
uitgevoerd.
Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders