Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Hellemuil

Bij het Laatste Oordeel, dat volgens de leer van de (rooms-katholieke) Kerk aan het einde der tijden plaatsvindt, scheidt God de goeden van de slechten. Deze ultieme gebeurtenis is heel vaak afgebeeld. Het inboezemen van angst voor het eeuwige branden in het hellevuur was voor de geestelijkheid een belangrijke manier om invloed uit te oefenen. De mensen konden zo gestimuleerd worden om goed te leven. Maar ook de lucratieve verkoop van aflaten bijvoorbeeld, hing samen met de angst voor de hel.
Bij een eeuwig gelukzalig leven in de hemel kon niemand zich veel voorstellen. Er zijn religies die op dat gebied meer bereikt hebben. De middeleeuwer zag veel pijn, ziekte en wreedheid om zich heen. Van eeuwigdurende ellende kon hij zich dus wel een beeld vormen, en kunstenaars hielpen daarbij een handje.
De bij het Laatste Oordeel te licht bevonden zielen worden door vele duivels als een grote, ongelukkige meute naar de hel gedreven. Zonder onderscheid naar rang en stand, zo eerlijk is het goddelijk oordeel. Met nauw verholen plezier moet de schilder dan ook gewerkt hebben aan de afbeeldingen van slechte bisschoppen en koningen.
De hel zelf is weergeven als een immens monster met een gapende muil. Het lijden dat er vóór die 'ingang' al te zien is, valt haast met geen pen te beschrijven. De fantasie van de beschouwer vult dan vanzelf nog ergere toestanden in voor het eeuwige leven binnen, in die hel.

Tekst: Jean Penders (03-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders