)
veilig en met de verschuldigde eerbied
op te bergen is het hangtabernakel.
In de eenvoudigste vorm daarvan wordt de
,
met daarin de te bewaren hosties,
in een stoffen zak boven het
Vooral in Italië zijn nog
romaanse
kerken te vinden waarin het
altaar onder een overhuiving staat: het
ciborium.
De dekplaat of overwelving ervan rust op vier zuilen. In de
bewaarde exemplaren zien we daarin,
midden boven het altaar, vaak nog een haak die hiervoor zeer geschikt is.
Vanaf de 12e eeuw werd het hangtabernakel rijker uitgevoerd dan de genoemde zak.
Een pyxis of een
eucharistische duif
werd op een schaal geplaatst,
die aan drie kettingen hing,
waardoor wiebelen voorkomen werd. Door een ingenieus eromheen geleid
gordijntje
kon de duif of pyxis aan het oog onttrokken worden. Die lap
textiel heet de voorhang en verwijst naar het oer-tabernakel:
de tent waarin Mozes in opdracht van God de stenen tafelen opborg.
De drie kettingen kwamen samen in één
ketting.
Deze hing aan een fraaie houder, bijvoorbeeld een sierlijk gesmede
kromstaf, die aan de achterzijde boven het altaar uitstak. Via een
katrol
kon het hangtabernakel dan omlaag gelaten worden, zodat de
pyxis of duif er uit gehaald kon worden. Na gebruik werd de
Heilige Reserve weer opgehesen, zodat niet iedereen er zomaar bij kon komen.
Nog in de 18e eeuw was in enkele belangrijke kerken een hangtabernakel in gebruik,
schijft
Viollet le Duc.
Hij was degene die in het midden van de 19e eeuw hiernaar
uitvoerig onderzoek deed en reconstructies ervan tekende.
Al vanaf de 14e eeuw werd het hangtabernakel steeds vaker vervangen door het
sacramentshuisje,
nog later gevolgd door het nu gebruikelijke vaste
tabernakel
op het altaar.
Tekst: Jean Penders, 03-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: E. Viollet-le-Duc