Een van de oudste
gereedschappen
van de mens is de hamer: in het begin een zwaar stuk
steen,
later
hout
of
ijzer,
doorboord en op een steel gestoken.
Die verre voorouder had ontdekt dat daardoor kon met meer kracht
geslagen worden dan met het stuk steen direct in de hand. Wie de mens als
'diersoort' kent zal niet verbaasd zijn dat de
strijdhamer
tot de oudste hamersoorten behoort.
Gelukkig kennen we de hamer nu vooral als
timmermansgereedschap.
Het 'blok' is tegenwoordig van staal, het gat hierin heet 'huis'. Daardoor steekt de
steel, gemaakt van een taaie houtsoort, tenminste, wanneer niet de hele hamer van staal is.
Die steel is van tevoren ingezaagd,
zodat er een wigje ingedreven kan worden: de steel zit dan zo vast als een huis!
Naast de gewone rechte hamer is ook de
klauwhamer
in de meeste huishoudelijke gereedschapskisten doorgedrongen.
Voor specifieke toepassingen bestaat een haast eindeloos aantal varianten,
bijvoorbeeld voor het werk van de
steenhouwer,
loodgieter
en
rietdekker.
Een
houten hamer
is handig bij subtiel werk, terwijl de
moker
bedoeld is om veel kracht uit te oefenen. Bijna alle hamers zijn langwerpig,
meestal zijn de twee einden verschillend.
Eén ervan is plat, anders is het gereedschap geen hamer, maar bijvoorbeeld een
houweel.
Tekst: Jean Penders, 02-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders