Een H-balk is een
stalen
balk waarvan de doorsnede de vorm van de hoofdletter H heeft.
Maar met zo'n korte typering doen we deze belangrijke balk niet voldoende recht.
Het is de bekendste profielbalk, naast bijvoorbeeld de
I-balk, U-balk, T-balk en het
hoekprofiel dat je de L-balk zou kunnen noemen. Waar gaat het om,
wat heeft dit allemaal met het alfabet te maken? Op de vorm na: niets.
Het gaat hier om logisch nadenken, eindeloos uitproberen en dan de consequenties
trekken van de belastingsproeven. Bij een
houten
balk heeft niet iedere plek
van de doorsnede evenveel te doen. Wanneer de
balk
aan de uiteinden opgelegd
is en van boven belast wordt, dan is de breedte wel van belang voor de sterkte,
maar eigenlijk alleen aan de boven- en de onderkant van de balk. De hoogte
is ook van belang, maar dat speelt vooral in het midden. Maak je een stalen
balk massief, dan wordt deze erg zwaar. In de 19e eeuw kwam men er langzaamaan
achter dat je bij een
ijzeren
balk, die de taak moet overnemen van de genoemde houten balk,
alles zou kunnen weglaten, behalve de boven- en onderkant en het midden.
In ijzer en staal kun je zo'n
profiel
inderdaad maken. De vorm die je dan krijgt
is die van een I of een H (wel een kwart slag draaien, graag), afhankelijk van de
vraag hoe breed de boven- en onderkant moeten zijn. Dat zijn de flensen van de balk,
het rechtopstaande midden is het lijf.
De experimenten begonnen in de 19e eeuw in
gietijzer, het in profiel walsen van ijzer en staal lukte in 1901.
De variatie in profielen hangt samen met de variatie in gebruik. Wie deze
tekst met draadloos internet in de trein zit te lezen, vertrouwt zijn leven toe aan
een variant van de H- of I-balk: de stalen rails van de
spoorweg.
Tekst: Jean Penders (03-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders