Niet iedere buitenlandse bouwkundige term laat zich probleemloos in het Nederlands
vertalen. Neem nu het Duitse woord 'Faltdach': het beschrijft goed een
tentdak
of korte
torenspits
die door vele vouwen naar binnen wat doet denken aan een half ingeklapte paraplu.
Vertaal je 'Faltdach' als 'vouwdak', dan denkt een Nederlander toch eerder aan wapperende
haren onder een op een zomerdag opengevouwen autodak. 'Parapludak' geeft niet aan dat het
dak geen bolle, opengeklapte plu is.
Het Faltdach is te omschrijven als een - meestal - lage
achtkante torenspits
op een
achtkante torengeleding met topgevels,
waarvan de acht schilden ieder in het midden naar binnen gevouwen zijn. Er ontstaan zo zestien
smalle dakvlakken die het regenwater tussen de acht topgevels lozen.
Door de plooien ontstaat een aardig spel van lichte en donkere vlakken.
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders