Een buitendeur, vooral een
voordeur,
draait meestal naar binnen open. Wie het pand verlaat,
wil de deur achter zich dicht trekken. Wanneer de deur geen
deurkruk
heeft,
is een ander soort houvast nodig.
Lang geleden werd dat vaak opgelost door aan de
deurklopper
te trekken,
zeker wanneer deze de vorm had van een
ring ging dat goed. Maar niet alle kloppers zijn geschikt om aan te trekken.
Een andere oplossing is een
deurknop.
Die kan boven het slot zitten, maar ook in het midden.
Wanneer de deurtrekker de vorm heeft van een
deurgreep, zit die in het midden.
Deze is, vooral bij
rococodeuren,
soms zeer fraai opgenomen in het lijnenspel van
lijsten en kuiven. De grens tussen de termen deurgreep en deurknop is niet altijd duidelijk.
Wanneer de deurgreep de vorm heeft van een beugel, dan is het duidelijk dat het niet om een knop gaat.
Tekst: Jean Penders (05-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders