Onderzoek naar de ouderdom van hout, door middel van vergelijking van de dikte
van de
van één bepaalde boom met
een standaardcurve die
over een lange reeks van jaren de opeenvolging van dikten geeft. Door middel
van dit onderzoek kan het hout uit een houtconstructie exact gedateerd worden.
Omdat niet ieder jaar even nat of droog, warm of koud is, groeit een boom soms
snel, dan weer langzaam. In een gunstig jaar ontstaat zo een dikke jaarring,
misschien wel gevolgd door drie magere jaren. Dat levert de 'streepjescode' van
deze boom met de unieke opeenvolging die hoort bij een bepaalde periode in een
bepaalde streek. Door van vele bomen waarvan de ouderdom bekend is de gegevens
te combineren, ontstaat een standaardcurve over vele eeuwen. Of eigenlijk: een
curve per
boomsoort
en per streek. Bij het dendrochronologisch
onderzoek wordt met een holle boor een pijpje uit het hout geboord, van de
buitenkant (liefst met
spinthout,
dat markeert het einde van de groei door het
kappen van de boom)
tot het hart van de boom. Het wordt gepolijst om de dikte
van de jaarringen goed te kunnen zien. In het laboratorium wordt de
streepjescode van de onderzochte balk zolang naast standaardcurves gehouden,
tot er een stukje is gevonden dat precies past: dezelfde afwissing in vette en
magere jaren. Dan is de periode en plaats bekend. Als men geluk heeft tenminste,
want vaak blijkt het hout van de onderzochte balk niet voldoende bruikbare
jaarringen op te leveren.