Door de machinale productie van
dakpannen
werden
kop-
en
zijsluitingen
mogelijk.
Dat was een hele verbetering bij fikse regenbuien.
Maar, zoals bekend, heeft een voordeel vaak een nadeel. De
oud-Hollandse pan
kende weinig variatie en bij een reparatie kon een nieuwe pan probleemloos
tussen de oude geschoven worden. Hij paste altijd wel. De nieuwe tijd betekende
dat het hebben van een voorraad passende dakpannen heel belangrijk werd.
Een kapotte pan vervangen door een heel ander type was nu bijna uitgesloten.
Deden de fabrikanten het erom? Heel veel
dakschilden
zijn in de loop der tijden
compleet van nieuwe pannen voorzien, alleen omdat het oude type niet meer
verkrijgbaar was. Erger nog: wanneer bewoners van een dubbelhuis hun
dakbedekking
vervingen, hadden hun buren een probleem. Alleen met kunst- en vliegwerk
kon op de overgang een aansluiting gemaakt worden, meestal in de vorm van
een niet al te fraaie
loodslabbe,
om de niet passende zijsluiting te omzeilen.
Slechts hoogst zelden kom je dan ook dakpancombinaties tegen.
Vooral de kop- en voetsluiting van verschillende types dakpan levert kopzorgen.
Een enkele keer lukt het om, bijvoorbeeld, zeldzame
Hamerpannen
te redden door hun
voetsluiting min of meer aan te sluiten op de kopsluiting van
tuiles du nord.
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders