Wanneer het regenwater niet vrij van het
dak
mag of kan druipen, is een goot
nodig. Het is een meestal simpele constructie: een lange bak die het water naar
één of meer punten afvoert, waar dan een
waterspuwer
of
regenpijp
voorkomt dat het langs de gevel omlaag stroomt. Bij
lekkages
is te zien wat de gevolgen voor het gebouw dan kunnen zijn.
Er zijn diverse vormen van goten en deze kunnen van allerlei materialen gemaakt
zijn en op diverse manieren bekleed. De eenvoudigste vorm is de
bakgoot.
Iets rijker is de
plansiergoot,
de goot die verstopt ligt achter de rijke profilering van een kroonlijst is een
Vlaamse goot.
Tegenover de geconstrueerde goot staat de goot die bestaat uit een uitgeholde balk: een dikke plank levert een
blokgoot,
een halfronde een
mastgoot.
De goot kan op de muur liggen, maar dat geeft vaak problemen. Daarom hangt hij er meestal 'los' vóór, op
gootklossen
of aan beugels.
Een
zakgoot
tussen twee daken mag zeker niet verstopt raken en nog gevaarlijker is de
Keulse goot,
die het water binnendoor over de
zolder
afvoert.
Tekst: Jean Penders (02-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders