Een bouwlaag is een bovengronds deel van een
gebouw
dat ligt tussen twee volledige
balklagen.
Deze wat omslachtige omschrijving geeft al aan dat niet alles zomaar een bouwlaag genoemd kan worden.
Gewoner geformuleerd kun je zeggen dat de
begane grond
plus de
verdiepingen
de bouwlagen zijn.
Een verdieping is dus wel een bouwlaag, maar omgekeerd is het aantal verdiepingen niet het aantal bouwlagen,
omdat je dan de begane grond niet mee zou tellen.
Niet als bouwlaag gelden de
kelder,
de
zolder
en de
vliering.
Een ruimer begrip dan 'bouwlaag' is
'
niveau':
daaronder verstaan we alle hiervoor genoemde delen van een gebouw, van de keldervloer tot de nok.
Niet meteen duidelijk zijn diverse
tussenvormen.
Daarvan zijn
wèl een bouwlaag:
het
onderhuis,
de
zolderverdieping,
de
verdakte verdieping
en de
zoldervervangende verdieping,
de
terugliggende verdieping.
Niet als bouwlaag gelden:
de
kap met plat
(die bevat een zolder),
de
dakuitbouw
en de
leugenaar.
De grenzen zijn soms moeilijk te trekken, gelukkig bestaat er geen nationale bouwhistorische-termen-inspectie.
Om het nog moeilijk te maken: een
voorgevel
heeft vaak een bouwlaag méér dan het pand erachter.
Achter de bovenste gevelbouwlaag gaat dan de zolder schuil.
Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders