Het baksteenstempel is oorspronkelijk de tegenhanger van het
steenhouwersmerk:
een
merkteken
dat niet primair bedoeld is als versiering,
maar als verantwoording van de productie van een
steenbakker.
Later werd het ook reclame. Op de 19e- en 20e-eeuwse stempels wordt
geen stukloon meer berekend. Die afdrukken zijn vergelijkbaar met het
merkteken dat naast dit beeldscherm staat.
Daar zie je bijvoorbeeld een gestileerd appeltje als je voor een bepaald merk gekozen hebt.
Het lijkt op het klaverblaadje dat de steenvormer vóór het bakken
in zijn
profielsteen drukte, bedoeld
voor een
kerk
in
baksteengotiek.
Hij schaamde zich er bepaald niet voor,
want het is op prominente plaatsen te vinden, evenals als het stempel van zijn collega's.
En net de
steenhouwersmerken ook op niet of nauwelijks zichtbare plaatsen.
Het vóórkomen van beide steenmerken is sterk regionaal bepaald.
In Nederland werd het baksteenmerk in de middeleeuwen nauwelijks gebruikt,
behalve op
haardstenen.
Is het daar bedoeld als productieteken of als versiering?
Vijf merken op één
steen
is wat overdreven als productiemerk,
er werd vast niet vijf keer voor het maken van die steen betaald.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders