van specie
Bij het
voegen
drukt de voeger de specie plat met een
voegspijker.
Dat geeft een mooie strakke lijn, even breed als de gewenste
voeg.
Maar dat lukt alleen als er genoeg specie uit de voeg puilt, liefst wat teveel.
Dat teveel krult aan beide zijden van de voegspijker als bramen omhoog, dat zijn de
baarden.
Hoe deze worden weggestreken of gesneden hangt af van het gewenste type voeg.
Baarden zijn ook te vinden bij muren die helemaal niet afgevoegd zijn.
Wanneer één zijde van een muur niet in het zicht komt, laat de
metselaar
daar vaak de specie zitten,
die bij het plaatsen van de stenen uitpuilt. Soms is het helemaal niet mogelijk
om deze weg te halen. In een
spouw
is het niet nodig en deels onmogelijk.
Ook in een smalle
ozendrop
heeft de muur van het laatste gebouwde huis baarden.
Dat is handig bij
bouwhistorisch onderzoek.
Wanneer een ruimte wordt dichtgemetseld,
heeft de achterzijde van de afsluiting baarden.
In de eerste helft van de 20e eeuw is het korte tijd mode geweest om metselwerk
op te leveren met uitpuilende baarden. Dat hoort bij een 'romantisch' beeld,
waarbij dan vaak ook
misbaksels
toegepast werden.
Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders