De liedjes van vroeger wekken de indruk dat het toen allemaal heel romantisch was:
"Een karretje dat op de zandweg reed" en "Hoog op de gele wagen".
Maar wie hoog op de postkoets
op een zandweg heen en weer geslingerd werd, piepte heel anders.
Op rul
zand
valt niet te rijden. Een zandweg is dus altijd zoveel mogelijk verbeterd met van alles en
nog wat:
keien,
plaggen, puin. Een dan nog, na iedere bui zorgt ieder karrenwiel dat iedere
kuil wéér dieper wordt. Steeds weer.
De term 'zandweg' wordt algemeen gebruikt voor een niet verharde
weg.
Ook wanneer die na eindeloze verbeteringen nauwelijks nog zand laat zien.
En ook als de weg door (modderige)
klei
loopt.
Met een goed verzorgde laag steenslag is de eerste stap op weg naar
bestrating
gezet.
Het vastlopen van
karren,
het breken van assen, het is allemaal te vinden in een dagboek van een
tocht van de
Ruslui.
Hoezo romantisch?
Een verhaal apart zijn de
Hessenwegen.
Zandwegen voor vrachtverkeer, dat zo zwaar was dat de Hessenwagens,
getrokken door heel veel
paarden,
op veel plaatsen niet op de gewone wegen mocht rijden. En dan nog, de Hessenwegen werden zo vaak
kapot gereden dat steeds weer een nieuwe route naast de oude ontstond, tot ze samen
soms wel honderden meters breed waren en zo een behoorlijk stuk
Veluwe
in beslag namen.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders