De gevellijn van een
topgevel
is een kwetsbare plek.
Een
trapgevel
kan gebouwd worden van hele
bakstenen.
Om de driehoek van een
puntgevel
op te kunnen trekken zou je van alle stenen een schuine hoek af kunnen slaan.
Maar dat zou na de eerste bui al erg onverstandig blijken:
de kapotte stenen zuigen het water op. Erg fraai zou het resultaat ook niet worden.
Natuurlijk valt met
aftimmeren
of
pleisteren
veel te camoufleren,
beter is het een constructieve oplossing te bedenken.
Vlechtingen zijn driehoeken,
waarvan één kant de schuine gevellijn volgt.
De andere zijden steken in het metselwerk.
De bakstenen zijn schuin geplaatst.
De stenen aan onderkant van de
vlechting moeten in de juiste vorm gehakt worden. Dat geldt ook voor die van de
horizontale lagen die op de bovenzijde van de vlechting uitkomen.
De behakte stenen bevinden zich nu midden in het
muurwerk en bovendien wijst de kwetbare kant naar beneden
(en dat voorkomt het inwateren).
Deze praktische oplossing geeft een fraai beeld.
Vlechtingen worden soms ook op andere plaatsen toegepast, zoals in een
koepelgewelf.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders
