Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Verblendsteen

Hoewel de uitvinding van de verblendsteen al uit 1850 stamt wordt de jongere bouwkunst in Nederland er pas rond 1900 sterk door bepaald. De baksteen valt op omdat deze heel strak is, scherpe randen laat zien en glimt wanneer de zon erlangs strijkt. Dat komt doordat deze van heel vette klei gemaakt werd. Die klei geeft bij het bakken veel kans op scheuren, daarom werd gebruik gemaakt van een extra mogelijkheid, die de toen nog moderne strengpers bood: de steen is deels hol. Er lopen vierkante gaten doorheen. Bovendien werd de groenling na een eerste droging nageperst.
De verblendsteen is vaak als bekleding gebruikt voor metselwerk van mindere kwaliteit (het Duitse woord 'verblenden' betekent 'verbergen', 'bekleden'). Daarom wordt ook wel van 'blindeersteen' gesproken. Soms is alleen de voorgevel uitgevoerd in verblendsteen. De kleur is helderrood of geel, dus konden bij het metselen gemakkelijk anders gekleurde banden aangebracht worden. Zeker in combinatie met bricornasteen waren er dan veel mogelijkheden.
Verblendsteen wordt veel gebruikt in de overgangsarchitectuur, vaak in combinatie met hardsteen voor accenten, zoals aanzet- en sluitstenen.

Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders