De
tracering
van een
venster
is bedoeld om grote glasvakken stevigheid te verlenen.
Er wordt zo een raamwerk voor het
glas
gevormd. Hierbij worden steeds fraaiere vormen ontwikkeld.
Het begon in de lichtbeuk van
Chartres
met twee
lancetvensters
en een
oculus
tussen de spitse toppen.
In
Reims
werd dit patroon al veel ranker uitgewerkt. De alsmaar grotere gotische
vensters kregen een steeds dunner en rijker maaswerk, dat als een stenen
kantwerk het binnenvallende licht versierde. De
toten
van
drie-,
vier-,
en
veelpassen
spelen hierbij een grote rol. De
roosvensters
tonen de allerfraaiste vormen.
In de traceringen van de
flamboyante gotiek
spelen
visblazen
een grote rol.
Onder de vele fantasie-vormen valt de
touw-tracering.
De term tracering wordt tegenwoordig gebruikt voor het hele stenen raamwerk in het venster,
maar oorspronkelijk was het alleen het maaswerk bovenin.
Dat kan niet bestaan zonder de rechte
montants er onder.
Daarbij zijn de
brugijzers
nodig om het geheel stevigheid te verlenen en om de
bindroeden
aan te bevestigen,
zodat de loodstrippen van de beglazing vastgebonden kunnen worden.
Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders