Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Vakwerkbouw

De houten huizen die eeuwenlang het beeld van zowel het platteland als van de steden bepaalden, waren voor het grootste deel vakwerkbouw. Deze bouw bestaat uit een houtskelet, waarvan in onze streken vaak ankerbalkgebinten de hoofdstructuur vormen. De wanden zijn met tussenstijlen en regels steeds verder onderverdeeld, totdat er vakken ontstaan die gevuld kunnen worden met bijvoorbeeld vlechtwerk. Deze vulling is in principe niet nodig voor de stabiliteit. Wanneer er in de constructie geen schoren aangebracht zijn, kan een baksteenvulling in de vakken wel enige zijdelingse druk opvangen. De vakwerkbouw is zeer geschikt om bouwlagen te laten uitkragen: door de dekbalk van een gebint uit te laten steken ontstaat een overstek.
Anders ligt dat bij houtskeletbouw. Daarbij is het houtskelet bekleed met een houten of soms dunne bakstenen wand. Dat 'omhulsel' kan niet gemist worden, het hoort bij de constructie van dit type houten huis, zoals dat nu nog in Noord-Holland te vinden is.
De blokbouw, zoals we die uit zuidelijker streken kennen, is een masief-houten bouwwijze.

Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders