Klik hier voor grote foto (met gegevens)
Schijnvoeg

Schijn bedriegt, en daar is de mensheid nooit vies van geweest. Een onschuldig voorbeeld is de schijnvoeg: een voeg die een voeg lijkt maar het niet is. Dat kan op allerlei manieren, de fraaiste is die, waarbij een ander metselpatroon gesuggereerd wordt door extra 'voegen' te maken. Daartoe wordt een gleuf gehakt in de baksteen, die dan 'gevoegd' wordt. Doordat echte voegspecie gebruikt wordt, is het bedrog niet te herkennen. Tenzij na eeuwen de specie eruit valt, maar dan ligt de dader allang op het kerkhof. In 17e- en 18e-eeuws metselwerk komen deze schijnvoegen voor om zeer strak werk te imiteren. Ook wordt soms (bij een latere restauratie) een hoekoplossing met drieklezoren verborgen: door een schijnvoeg in de drieklezoor lijkt deze op een kop en een klezoor.
Schijnvoegen zijn onechte voegen. Hieronder vallen dus ook de geschilderde voegen van baksteenimitatie in schilderwerk. Ook de gleuven die bij pleisterwerk met schijnvoegen de aparte natuursteenblokken moeten suggereren zijn schijnvoegen.




Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders