Tussen al de gevariëerde vormen van de
sleutelstukken
valt
van de
14e
tot in de eerste helft van de
16e eeuw
het peerkraalsleutelstuk op. Het heeft als hoofdvorm een
profiel
met een
peerkraal.
Aan de boven- en onderzijde volgt daarop een hol.
Vaak is de zijkant ook rijk bewerkt met een
biljoen,
al dan niet
'
geroseerd'.
De peerkraal kan ook tweemaal voorkomen aan een sleutelstuk of in
combinatie met andere
profielen.
Wanneer de zijkanten terugliggen, heet dat
'
gemenageerd'.
Er komen ook peerkraalsleutelstukken voor met
meerdere kralen.
Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders