De nok is de lijn die de bovenkant van het
dak
vormt,
daar waar de
dakschilden
elkaar ontmoeten.
Is het geen lijn, maar één punt,
zoals bij een
tentdak,
dan spreken we niet van de nok, maar van de
nokpunt.
Ook een
plat dak
heeft geen nok.
De nok vangt veel wind en is daardoor kwetsbaar. Hoe moet deze afgedekt worden? De
dakbedekking
van beide dakschilden sluit niet vanzelf aan.
Riet,
daktegels
of
-pannen,
leien,
voor alle materialen is een specifieke
'vorst'
nodig. De
vorstpan
is het meest bekende voorbeeld hiervan.
Omdat de nok erg in het oog loopt, is bij rijke architectuur gezocht naar
mogelijkheden om deze te versieren. Een goed voorbeeld is de
vorstkam.
Vooral de
nokeinden
lenen zich bijzonder voor tal van versieringen.
Het dak rust op een constructie: de
kap.
Deze draagt niet alleen de dakschilden,
maar ondersteunt ook de
nokgording.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders