Als een
kerk
een
toren
heeft, staat deze meestal aan de westkant, tenminste wanneer
het koor op het oosten gericht is. Een tweetorenfront aan die westzijde
geeft aan dat de kerk belangrijk is.
Een
dakruiter
of
vieringtoren
maakt het silhouet nog interessanter,
maar meestal houdt het daarmee voor wat de torens betreft dan wel op. Er zijn uitzonderingen.
In de
romaanse
en vroeg
gotische
architectuur kwamen ook
transepttorens
regelmatig voor.
Veel zeldzamer zijn de gevallen waarin ook het koor nog door twee torens geflankeerd werd. Bij de
kathedraal van Chartres
zijn de koortorens tot de
dakvoet
opgetrokken;
ze waren met hun (onvoltooid gebleven)
spitsen
bedoeld als de achtste en negende toren
van een zeldzaam indrukwekkend ontwerp.
Er is nog een heel andere reden om aan de
koorzijde
van een kerk torens op te trekken.
Wanneer deze kant de 'mooie kant', de 'Schauseite' moet zijn, omdat de
frontgevel
niet in het zicht ligt, dan zijn koortorens en middel om een rijk beeld te bereiken.
Tekst: Jean Penders, 11-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders