Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Koorsluiting

Een (georiënteerde) kerk kan aan de oostzijde op verschillende manieren beëindigd zijn: halfrond, veelhoekig of met rechte gevel. Wanneer de kerk een kooromgang heeft, al dan niet met straalkapellen, dan wordt de koorsluiting van de lichtbeuk beschreven en niet de hiermee samenhangende plattegrond van wat eromheen loopt.
Men spreekt niet van een koorsluiting wanneer een (romaanse) kerk een absis heeft die smaller is dan de aangrenzende koortravee. Bij romaanse kerken is de rechte koorsluiting bepaald geen uitzondering. In de vroege gotiek vormt Laon al een uitzondering: de veelhoekige koorsluiting werd na uitbreiding van het koor een rechte. Vermoedelijk onder invloed hiervan is de rechte koorsluiting in de Engelse gotiek de standaard geworden.
De koorsluiting wordt complexer naarmate de gotiek zich verder ontwikkelt. De omschrijving van de koorsluiting gaat uit van het patroon dat de gewelfribben vormen, al dan niet één geheel vormend met die van de eerste koortravee. Ze vormen een deel van een veelhoek, bijvoorbeeld een tienhoek. Toont de koorsluiting er vijf zijden van, dan heet deze een 5/10-sluiting. Zo is er ook een 3/6-, 3/8- en 7/12-sluiting.
Meestal is in de as van de kerk een venster te vinden, maar dat is niet altijd zo.




Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders