Met de opkomst van de
kasseibestrating
werd het op veel
wegen
(relatief) goed rijden:
de
karren
zakten niet meer weg in de kuilen. Maar
Nederland heeft geen hiervoor bruikbare
natuursteen,
dus deze oplossing was erg duur.
In de bouw is de natuursteen al vanaf 1200 langzaamaan verdrongen door
baksteen.
Waarom dan geen bakstenen bestrating? Die was en is er wel, maar vooral op
plekken waar deze weinig te lijden heeft, zoals binnen, bijvoorbeeld in een
schuur.
Pas met de introductie van heel harde, machinaal gemaakte baksteen - de
klinker -
werd het bestraten betaalbaar. Wie wil zien hoe gebakken steen, zelfs klinkers, kunnen slijten,
moet maar eens in een voetgangersgebied gaan kijken. Wanneer de veegwagentjes van de
gemeente een paar jaar de sierbestrating geborsteld hebben, lijkt het reliëf wel op
een ouderwetse
keienbestrating.
Maar het kan ook anders. Een goede stratenmaker kan zich met klinkers in tal van
patronen uitleven.
Keperverband
en
halfsteens verband
komen het meest voor,
maar er is meer mogelijk.
Het is onze voorouders niet uit te leggen dat de 20e-eeuwse verbetering van het
rijcomfort door de vervanging van klinkers door
asfalt
in historische binnensteden
vaak weer teruggedraaid wordt, omwille van het romantische plaatje.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders